In Nederland worden verschillende technieken gebruikt om de aanwezigheid van legionellabacteriën in leidingwaterinstallaties te beheersen. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) zette op een rij welke technieken dat zijn. Maar ook hoe effectief deze technieken in de praktijk zijn en welke aandachtspunten ze hebben. Nieuw ten opzichte van eerder uitgevoerd onderzoek (2012) is de toepassing van chloor. Deze toepassing was tijdens eerder uitgevoerde onderzoek nog niet toegestaan.
In leidingwaterinstallaties kunnen legionellabacteriën zitten. Mensen kunnen een longontsteking krijgen als ze deze bacteriën inademen. Daarom worden verschillende technieken ingezet om de blootstelling van mensen aan deze bacteriën zo veel mogelijk te voorkomen. Naast thermische en fysische beheerstechnieken worden ook biociden gebruikt. Dan gaat het om elektrochemisch of chemisch beheer. Voorbeelden van legionellabeheerstechnieken in Nederland zijn: automatische spoelsystemen (thermisch beheer), membraanfilters en UV-lampen (fysisch beheer) en koper/zilver-ionisatie (elektrochemisch beheer). Nieuw is dat in Nederland chloor aan het leidingwater mag worden toegevoegd (chemisch beheer). Het voordeel van chloor is dat het legionella in de hele leidingwaterinstallatie kan doden. Regelmatig spoelen is belangrijk om voldoende chloor in alle leidingen te hebben. Nadeel is dat legionellabacteriën er resistent tegen kunnen worden als het lang wordt gebruikt. De techniek werkt dan minder goed. Ook kunnen bij het gebruik van chloor schadelijke stoffen in het water ontstaan.
Adviezen met betrekking tot biocidegebruik in drinkwaterinstallaties
Vanwege de nadelen van het gebruik van biociden adviseert het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) om in de regelgeving duidelijker aan te geven onder welke voorwaarden chemisch en elektrochemisch beheer mag worden gebruikt. Het RIVM adviseert om deze technieken alleen in prioritaire locaties toe te staan, zoals sauna’s en ziekenhuizen. Ook moeten adviseurs die de beheersplannen maken, duidelijker aangeven waarom het aantal legionellabacteriën niet op een andere manier kan worden beperkt. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport)) kan dan beter toetsen of de (elektro)chemische techniek terecht mag worden gebruikt.
Meer informatie?
Bekijk het volledige RIVM-rapport ‘Effectiviteit en aandachtspunten van legionellabeheerstechnieken toegepast in leidingwaterinstallaties’.