Werkzame stoffen die verboden zijn in gewasbeschermingsmiddelen, blijken toch te leiden tot overschrijding van waternormen in glastuinbouwgebieden. Het adviesbureau CLM heeft uitgezocht wat de mogelijke oorzaken hiervan zijn. Eén daarvan is het gebruik van dezelfde stoffen in biociden of in met biociden behandelde voorwerpen.

Acht onverwachte stoffen in oppervlaktewater

Het adviesbureau CLM heeft onderzoek uitgevoerd naar de herkomst van acht onverwachte stoffen in oppervlaktewater in glastuinbouwgebieden. Deze stoffen leiden tot overschrijding van waternormen in deze gebieden. Het gaat om werkzame stoffen die al langere tijd niet (meer) zijn toegestaan in gewasbeschermingsmiddelen. Bij dit onderzoek is ook gekeken of werkzame stoffen uit biociden of diergeneesmiddelen de bron zouden kunnen zijn voor de gemeten stoffen in het water.

Vier stoffen toegelaten in biociden

Van de acht onderzochte stoffen zijn er vier nog toegelaten in biociden. Dit geldt voor fipronil, imidacloprid, permethrin en thiamethoxam. Voor carbendazim geldt dat toelating als in een biocideproduct in Nederland in 2016 is beëindigd.

Biocidetoepassingen

Per stof zijn de biocidetoepassingen genoemd. Voor carbendazim noemt het onderzoek voormalige toepassingen in tentdoek en verf. Fipronil zit in lokaasgel tegen kakkerlakken en mieren. Imidacloprid zit in middelen tegen mieren, kakkerlakken en vliegen. Permethrin zit in 75 in Nederland toegelaten biociden. Het gaat vooral om houtconserveringsmiddelen, maar ook om middelen tegen vlooien (niet op dieren, dat zijn diergeneesmiddelen), kruipende insecten, wespen en vliegen. Thiamethoxam heeft enkel een toelating tegen vliegen.

Permethrin ook in behandelde voorwerpen

Voor wat betreft behandelde voorwerpen wordt met permethrin behandeld hout genoemd, waarbij het aanbrengen van het biocide op het hout en het eventueel verbranden van het hout aandacht krijgt.

Aanbevelingen

De onderzoekers bevelen aan de acht onverwachte stoffen te blijven monitoren en na te gaan of de gehalten afnemen. Voor fipronil, imidacloprid en thiamethoxam beveelt het onderzoeksteam aan de toepassingen van deze stoffen als biocide en mogelijke emissies daarvan in detail te onderzoeken.