De industrie, NGO’s en Europese lidstaten maken zich zorgen over de uitvoerbaarheid van het concept richtsnoer voor de identificatie van hormoonverstorende stoffen. Op 31 januari 2018 sloot de publieke consultatie over dit richtsnoer, er zijn meer dan 1500 commentaren ingediend. ECHA en EFSA geven binnenkort een reactie op de commentaren in de vorm van een rapport. Dit blijkt uit een artikel in ChemicalWatch.

De industrie stelt dat het richtsnoer informatie vraagt buiten de verplichtingen uit de biociden en gewasbeschermingsmiddelen verordeningen om. Daarbij zou het richtsnoer aanzetten tot het uitvoeren van dierproeven, terwijl dit de veiligheid van mens en milieu niet of nauwelijks verbetert. Ook zou het richtsnoer vragen om een onevenredige hoeveelheid bewijs om een chemische verbinding niet als hormoonverstoorder te identificeren.

Andere blik

NGO’s hebben een heel andere blik. Zij stellen dat er te veel en te gedetailleerde informatie gevraagd wordt om een chemische verbinding als hormoonverstoorder te kunnen identificeren. Daarbij focust het document zich slechts op een beperkt aantal hormoon-gerelateerde werkingsmechanismen, waardoor chemische verbindingen die hormoonverstorend zijn via andere werkingsmechanismen niet opgepikt worden.

In februari 2018 hebben experts van 12 lidstaten de praktische toepasbaarheid van het document beoordeeld. Dit deden zij tijdens een gesloten workshop waarvan de conclusies niet publiek bekend gemaakt worden. EFSA en ECHA zullen deze conclusies meenemen bij het werken aan een vernieuwde versie van het richtsnoer. Het definitieve document zal beschikbaar zijn voordat de criteria voor hormoonverstoring van kracht worden in juni 2018.