Het is bekend dat contact met regenwater leidt tot emissies van biociden vanuit pleisterwerk en gevelverf naar het milieu. Het pleisterwerk en de eventuele verf bevatten biociden om het materiaal van de gevel te beschermen. De Deense EPA (Environmental Protection Agency) deed onderzoek naar factoren die de mate van emissie bepalen. De onderzoekers keken naar transport van biociden, naar het oppervlak en naar afbraakreacties van biociden in het materiaal.

Voor het transport van biociden naar het oppervlak, maakt het verschil of het oppervlak voortdurend nat, voortdurend droog of afwisselend nat en droog is. De onderzoekers bestudeerden de afbraak van twee voorbeeld stoffen, onder invloed van licht: terbutryn en octylisothiazolinone.  Voor terbutryn kon een gesloten massa balans worden opgesteld. Voor octylisothiazolinone bleek dat er nog onbekende (afbraak)processen zijn, waardoor onduidelijk is wat er precies met de stof gebeurt. Tot slot is gekeken of kleurstoffen het afbraakproces onder invloed van licht beïnvloeden. De invloed hiervan bleek niet groot, maar verschillende kleurstoffen leiden wel tot een verschillende afbraaksnelheid.

Het Deense onderzoek toont aan dat het belangrijk is om dit soort processen mee te nemen bij de risicobeoordeling van biociden. Bij het ontwerp van bouwmateriaal kan worden gelet op de keuze van kleurstoffen, omdat deze invloed hebben op de afbraaksnelheid van biociden onder invloed van licht.